Nootmuskaat werd vanaf de 16e eeuw in Europa geïmporteerd door de Portugezen en door de Nederlanders. Het was een van de specerijen waarmee de VOC zijn enorme rijkdom heeft vergaard. Na 1621 verkreeg de VOC zelfs het monopolie op die handel. Dat was het jaar dat Jan Pieterszoon Coen op de Indonesische Banda-eilanden, de enige plaats ter wereld waar de nootmuskaat toen voorkwam, zijn beruchte acties uitvoerde. Met een expeditieleger van 2000 soldaten overrompelde hij de eilanden, joeg het grootste deel van de bevolking over de kling en installeerde een bewind dat volledige controle had op teelt en handel waarbij niets geschroomd werd om plantages te kappen waar die controle niet gewaarborgd was.
Cultuurplanten in een natuurlijk systeem.
Nootmuskaat en foelie, het rode membraan om de noot, was goud waard in het zestiende en zeventiende-eeuwse Europa. Het werd gebruikt voor conservering van etenswaren en als medicament. Maar nootmuskaat is vooral een smaakmaker bij de dis van de groeiende elite in Europa.
Ontwikkeling van het Bandanese perkenierssysteem
Jan Pieterszoon Coen stelde kort na de onderwerping op Banda in 1621 aan de Heeren XVII voor om stukken land op Banda, nootmuskaatperken die nu eigendom waren van de VOC, te verhuren aan Hollanders onder de voorwaarde dat zij de VOC daarmee zouden voorzien van nootmuskaat. Daarmee werd rond 1621 feitelijk de start gemaakt met de uitgifte van 68 perken door de VOC en de aanstelling van perkeniers die vanuit Nederland naar Indië getransporteerd werden en de nootmuskaatperken in beheer kregen. Hoewel de perkeniers zich mettertijd als “eigenaars” van de perken beschouwden, waren de perken eigenlijk door de VOC aan de perkeniers verhuurd. Het was voor de VOC een slimme methode om via het perkenierssysteem de toelevering van nootmuskaat aan Holland op die wijze te waarborgen.
Einde van van net Nootmuskaat imperium
De definitieve afschaffing van het Hollandse monopolie kwam er in 1873. Dat was niet uit nobele overwegingen, maar omdat aardbevingen en andere natuurrampen de eilanden hadden geteisterd. De Nederlanders, maar ook de Britten, hadden voor de zekerheid alvast elders nootmuskaatplantages neergezet.
Nootmuskaat-jungle
Op Banda wordt tegenwoordig nog steeds nootmuskaat verbouwd. Er bestaat nog altijd vraag naar. Foelie is zelfs een van de geheime ingrediënten van Coca-Cola. Wij hebben samen met Nyellow en Milda een perkenier in Lontor Village ontmoet. Hij heeft ons rondgeleid over zijn nootmuskaat-plantage. We zijn onder de indruk gigantische woudreuzen van meer dan 600 jaar oud. De kroon-laag van het bos bestaat uit amandelbomen . De nootmuskaatbomen hebben schaduw nodig en staan graag uit de wind. Eingelijk is dit een voedselbos.
Wordt perkenier op Banda Besar
Er zijn nu enkele initiatieven op de eilanden van Banda om de oude perken te voorzien van jonge nootmuskaatbomen waaronder Pertukaran en TitanE
Er is verjonging nodig om dit cultuur- erfgoed nootmuskaat-perken in stand te houden. Wil jij een bijdrage leveren aan de gemeenschap van Banda, Voor slechts € 20,- adopteer je een nootmuskaatboom op Banda. Zo kunnen wij als Nederlanders weer iets goeds terug doen voor Banda.
Bericht geplaatst in Azië, Logboek