Azië kent vele bruisende steden en veel van de hoofdsteden zijn echt fantastische metropolen, zoals Bangkok, Kuala Lumpur, Beijing, Ho Chi Ming & Rangoon en Phnom Penh. Je kunt er makkelijk een week doorbrengen en elke dag iets interessants zien of doen. Vientiane, de hoofdstad van Laos is niet één van deze steden. Vientiane lijkt haast wel een groot dorp. Zelfs Luang Prabang, de tweede stad van het land, heeft meer te bieden dan het saaie, slaperig aandoende Vientiane. Als je door deze stad aan de Mekong loopt heb je niet het idee dat je door een Aziatische hoofdstad loopt, eerder door een groot dorp.

Laos is ooit een Franse kolonie geweest en dat zie je voornamelijk terug op de menukaarten. Overal zijn (stok-) broden en crêpes te bestellen, maar ook franse wijn en heerlijk kaasplankjes. Maar je vindt het soms ook terug in de architectuur. De Patuxai is hier een perfect voorbeeld van. Deze triomfboog is de Laotiaanse variant van de Arc de Triomphe in de Franse hoofdstad Parijs. De boog is rijkelijk versierd, al is het grappig om te zien hoe in de versieringen heel wat vogelnestjes zijn gebouwd.
Hét symbool van Vientiane en dus ook de grootste en meest indrukwekkende attractie is de Pha That Luang, een enorme goudkleurige stoepa. Deze kolos is al van verre te zien en lijkt op de één of andere manier meer op een groot, gouden fort dan op een Boeddhistisch bouwwerk.

Ooit wel eens duizenden Boeddhabeelden bij elkaar gezien? Je kunt ze stuk voor stuk bewonderen in Wat Si Saket, of Wat Sisaket. Sommige mensen zeggen dat hier zo’n 5.000 Boeddhabeelden staan, anderen zelfs meer dan 10.000. Wat Si Saket is de oudste tempel in Vientiane die nog intact is gebleven. De tempel werd namelijk niet verwoest tijdens een aanval op Vientiane in 1828. Toch is deze tempel relatief nieuw: Wat Si Saket werd in 1818 gebouwd. Waarschijnlijk werd deze tempel tijdens aanvallen gespaard omdat deze in Bangkokstijl is gebouwd.
