We zijn onderweg naar Pak Nam City of ook wel Samutprakan. Dit is de plek waar de Khmers ooit regeerden. Samutprakan ligt op de handelsroute van de Fransen en Engelsen.

Eigenlijk willen we vandaag het Sumatprakan Learning Centrum bezoeken, maar deze blijkt helaas gesloten te zijn. We besluiten om nu het vestingeiland Phi Sua Samut te bezoeken. Phi Sua Samut Fort is in niet al te goede staat. Aan het noordelijke uiteinde van het eiland is er een brug die aansluit op het vasteland in de buurt van Phra Samut Chedi. Er is ook een palmbos wandeling waar je duizenden fruitvleermuizen kunt aantreffen.
Dier van zilver en goud
Wij hebben er een hele grote water varaan gezien. De varaan wordt in het Thais ‘Tua Ngern Tua Thong’ genoemd (‘Dier van zilver en goud’), omdat men gelooft dat ze geluk brengen als je ze ziet. Maar de meeste Thaise mensen noemen het beest ‘Hia’ dat een zeer beledigend woord is voor slechte en kwade dingen of slechte personen. De varaan behoort tot dezelfde familie als de grootste hagedis ter wereld, de Komodo varaan. Deze varanen zijn iets kleiner en absoluut een stuk minder agressief dan hun dodelijke familieleden. De varanen in Thailand kunnen langer dan 2 meter worden, meer dan 50 kg wegen en eten voornamelijk kippen, slangen, vissen, ratten en vogels.

Phi Sua Samut Fort
Aan het eind van de 19e eeuw probeerden de koloniale machten van Frankrijk en in mindere mate Groot-Brittannië delen van Siam in pikken. Om deze koninkrijk te beschermen, beval koning Rama V de bouw van het fort Phra Chulachomklao bij de ingang van de monding van Chao Phraya. Hij beval ook de modernisering van andere forten aan beide zijden van de rivier in Samut Prakan, zodat Bangkok in bescherming werd genomen.

verdwijnende” kanonnen
Phi Sua Samut Fort ligt op een eilandje in de Chao Phraya-rivier tussen twee navigatiekanalen in het gebied van Phra Samut Chedi. Koning Rama II gaf opdracht voor de bouw van dit fort in 1819. Het fort had de vorm van een vlinder (‘phi sua’ in het Thais). De ingang was aan de staart. Eerst stonden hier kanonnen die aan de voorkant bevoorraad werden. In 1892 gaf koning Rama V de opdracht om tien achterste kanonnen bij W G Armstrong & Co in Engeland te bestellen. Ze werden de “verdwijnende” kanonnen genoemd omdat ze uit de put omhoog komen om te schieten. Dit beschermde de kanonnen tegen vijandelijk vuur.

Zeven van deze kanonnen werden geïnstalleerd in het Phra Chulachomklao-fort. De resterende drie werden opgesteld in Phi Sua Samut Fort, een eiland in het midden van de rivier. Ongeveer drie maanden na hun voltooiing waren ze klaar voor de eerst actie. Op 13 juli 1893 kwamen twee Franse kanonneerboten het estuarium binnen met de bedoeling Bangkok te blokkeren. Schoten werden afgevuurd en een kleine boot die als piloot voor de Franse schepen fungeerde, was zwaar beschadigd en liep vast.

Ondanks heldhaftige actie door de soldaten in het fort en de matrozen aan boord van schepen op de rivier, wisten de twee Franse kanonneerboten voorbij te glijden. Tegen de tijd dat het binnen fort bereikte, was het voor iedereen te donker om de strijd voort te zetten. De kanonneerboten konden vervolgens helemaal de rivier op naar Bangkok.
Bericht geplaatst in Azië, Galleries