dikke muren van koraal
We ontmoeten vandaag Paulus ‘Pongky’ van den Broeke. de laatste perkenier op de Banda-eilanden, als dertiende generatie een nazaat van soldaat Jan van den Broeke die er vierhonderd jaar geleden voet aan wal zette. Paulus van den Broeke, de oudste zoon van Jan van den Broeke, werd in de jaren ’60 en ’70 van de 17de eeuw de grootste perkenier van de Banda-eilanden. Een van zijn perken leverde omstreeks 1690 bijna 24.000 pond muskaatnoten en 6.000 pond foelie en telde 160 ‘zielen’ en 55 slaven. De Heren Zeventien verhandelden nootmuskaat en foelie tegen woekerprijzen: een pond foelie werd in 1750 gekocht voor 45 cent en vervolgens voor 6,40 gulden verkocht op de Europese markt. Het ging goed met de perkeniers op Banda Besar. In de achttiende eeuw bouwde Frederik van den Broeke het perkeniershuis op Groot Waling. De dikke muren zijn van koraal gemaakt.
de bomen groeiden tot in de hemel
De rijkdom en weelde van de muskaatplanters was groot. De verhalen over geïmporteerd marmer en met rijksdaalders geplaveide vloeren in perkenierswoningen doen nog steeds de ronde. Net als grote glazen kroonluchters, dure tapijten en andere kostbaarheden die naar de kleine archipel werden vervoerd. Niet alleen aten en dronken de perkeniers zich rond aan dure Europese spijzen, zij lieten zich vervoeren in vergulde rijtuigen en hielden muziekavondjes en danspartijen.

de teloorgang van de perken
Het leven was goed totdat in de 19de eeuw de verkoop terugliep. De perkeniers moesten concurreren met andere gebieden, het Hollandse monopolie was gebroken. De slavernij werd afgeschaft en maakte plaats voor betaalde arbeid. Niet veel later werd het alleenrecht van de vroegere VOC op de koop en verkoop opgeheven. De perkeniers werden overgelaten aan de vrije markt. De handel leefde even op toen rond 1870 in de Engelse productiegebieden nootmuskaatbomen verloren gingen door besmettelijke ziekten. Vanaf 1880 kelderden de prijzen voorgoed, door overproductie stortte de markt in. Er viel nog maar weinig te verdienen aan de handel. De tuinen vervielen en werden verkocht.
alles kwijt
De Tweede Wereldoorlog kwam en de Japanners kapten veel eeuwenoude kanariebomen voor een beter, strategisch, zicht op de zee. De perkeniershuizen werden van al hun luxe beroofd. “De Japaners namen mijn opa en vader gevangen. Na de onafhankelijkheidsverklaring mochten zij terug naar Banda, maar de regering had alles ingenomen: de huizen, de nootmuskaatperken, alles.”

brute roof
Dit was een doorn in het oog van Wim van den Broeke, de vader van Pongky. Hij zette alles op alles om zijn perken terug te krijgen. Uiteindelijk werd in 1980 12,5 hectare van Groot Waling teruggegeven. “Een schrale troost. Mijn vader was blij, maar het was slechts een fractie van wat onze voorvaderen ooit in hun bezit hadden”, zegt Pongky. Dan overlijdt zijn vader: “Vlak voor zijn dood drukte hij mij op het hart het werk van mijn voorouders voort te zetten, om nooit te stoppen.”
onlusten tussen moslims en christenen
Na een paar maanden beginnen de onlusten tussen moslims en christenen op de Molukken. Het geweld slaat over naar de Banda-eilanden en op een avond wordt de perkenierswoning van Ponky aangevallen. Hij ontkomt aan de dood, maar zijn vrouw, twee dochters, zijn moeder en een tante worden om het leven gebracht.
Ik wilde nooit meer terug
Met zijn twee andere kinderen vlucht Pongky naar Jakarta, ver weg van de Molukken. “Ik wilde nooit meer terug.” Uiteindelijk besluit hij het werk van zijn voorouders toch voort te zetten. “Ik heb het mijn vader beloofd en ik moet het doen. Of ik het nou wil of niet.”
Pongky bouwd het bedrijf van zijn vader weer op
Stukje bij beetje herstelt Pongky de plantage op Banda Besar. Hij bouwt een simpel huis naast het skelet van het ooit zo statige perkeniershuis. De perkenierstuin staat nu vol met stekjes van de muskaatboom.
Klimaatverandering
Pongky is er van overtuigd dat de klimaatverandering de oorzaak is van de terugloop van de oogst. Het is hier gewoon warmer geworden en de nootmuskaat kan daar niet goed tegen. Ik heb de laatste jaren de oogst zien halveren. Dat doet me veel verdriet. We waren net met een positieve doorstart begonnen en nu krijgen we het weer voor onze kiezen. De neerslag is in Indonesie al met twee tot drie procent gedaald, en het typische weer voor elk seizoen ondergaat veranderingen. “Minder regen betekent meer kans op droogte, maar ook minder oogsten, economische terugval en meer hongerende mensen.
Meer regen, meer droogte
De gevolgen van de opwarming van de aarde zijn reeds in de hele regio van Azië en de Stille Oceaan merkbaar. In de regentijd regent het heviger dan voordien, Het zomerseizoen leidt echter op vele plaatsen tot uitdroging.

Agro-toerisme
Gelukkig bestaat er nog zoiets als Agro-toerisme. We krijgen een waanzinnig heerlijke maaltijd voorgeschoteld en natuurlijk met eigen Met deze geweldige kruiden klaar gemaakt. Deze locatie biedt meer dan eten bij de boer! Ook deze perken en de verschillende processen van nootmuskaat, foelie, kruidnagel en wat allemaal niet meer. Ik wordt hier heel erg vrolijk van. Een homestay op een perk zou geweldig zijn. Maar ook kookcursussen met kruiden zullen hier zeker aanslaan. We verlaten de familie met pijn in ons hart. Het was heel fijn om zo inhoudelijk met Pongky te kunnen sparren. We doneren nog wat in de pot en we gaan weer richting de boot. We willen ook Abba van Cilu Bintang Estate bedanken voor het regelen van dit uitje. Het was een onvergetelijke dag, samen met een leuke groep mensen.
Bericht geplaatst in Azië, Logboek
My daily dose of history lesson! Thank you Loek & Rudy:-)